Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [13]De wereld [14]kan ulieden niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van dezelve getuig, dat haar werken boos zijn. 13. Dat is, de wereldse mensen. 14. Namelijk omdat gij ook van de wereld zijt, en de wereld het hare liefheeft; hfdst.15 vs.19.